Visie van TAST

logo tast

De leidraad tijdens iedere tennistraining is het Handboek Prestatief Tennis (HPT), dit is de visie van de KNLTB. In het HPT staan doelstellingen in relatie tot een bepaalde leeftijd van een speler. Afhankelijk van het ambitieniveau, trainingsfrequentie en talent worden deze doelen snel of minder snel gehaald. Ook voor de recreatieve trainingen gebruik ik het HPT en proberen ik samen met de leerling de beschreven doelstellingen te halen.

Lees verder over de 5 spelsituaties of maak kennis met onze trainer, Stefan

5 Spelsituaties

Binnen het tennis zijn er 5 spelsituaties, al deze situaties zullen gedurende de trainingen aan bod komen. Sommige spelsituaties zijn, in relatie tot leeftijd en/of niveau, belangrijker dan andere en zullen dus meer aan bod komen. Het gaat hierbij om:

  1. Service
  2. Return op Service
  3. Baselinespel
  4. Oplopen en netspel
  5. Spelen tegen de netspeler

3 Hoofdbedoelingen

Binnen deze 5 spelsituaties kun je de bal slaan met de volgende 3 hoofdbedoelingen:

  1. Opbouwen (je bedoeling is een scoringskans creëren)
  2. Scoren (je bedoeling is dat de tegenstander niet in staat is de bal over het net en "in" te slaan)
  3. Voorkomen van scoren (je bedoeling is zo te spelen dat de tegenstander zijn volgende bal niet kan scoren)

Voor de beginnende tennisser is er ook de “neutrale” bedoeling, de bal zo binnen het veld spelen dat er een rally kan ontstaan. Het spelen van een rally is de basis van het tennisspel, bij het wedstrijdtennis gaat het erom het punt te winnen.

Veel jeugdige spelers willen meteen scoren, dit zien ze de toppers op TV namelijk ook doen!! Ook voor hen is het belangrijk om eerst een neutrale rally te leren spelen, de volgende stap is om de bal bij de tegenstander vandaan te spelen: de open ruimte te benutten. Daarnaast leren kinderen op deze manier ook om samen te trainen. 

Trainen in een rally levert véél meer op dan wanneer de speler de ballen aangespeeld krijgt van de tennistrainer. Ten eerste is dit omdat er veel meer getennist wordt, iedereen is bezig. Als de trainer de ballen aanspeelt is één speler bezig, de overige spelers in de trainingsgroep staan stil. Ten tweede is het een fabeltje dat een slag ingeslepen kan worden, of dat het spiergeheugen wordt getraind. Spieren hebben geen geheugen, er worden zelfs iedere keer andere spiervezels gebruikt. Bij het ontwikkelen van techniek gaat het er om dat je de baas blijft over de bal, het iedere keer weer moeten aanpassen aan de aankomende bal heeft een veel groter leereffect. Wetenschappers hebben vastgesteld dat een speler geen twee keer in zijn leven exact dezelfde forehand, of welke slag dan ook, slaat.

Trainingen Overzicht